vader wil nog niet sterven; hij wil in bad
een eendje laten dobberen bij de rand
hij wil geen oorlog, koffie of een krant
maar de tere hand die op zijn borst zat
het liefst leest hij de lijntjes nog een keer
en bemint de zomer van haar tengere lijf
zijn vingers voelen als stug leer en stijf
op zijn manieren blijft hij die ene heer
vandaag zwaai ik hem uit betaal de prijs
met een wandeling door het fraaie woud
waar ik hem inkader in drassige grond
in bad herinner ik mij zijn olijke wijs
het eendje, washandje en het badzout
ik koester dat wat ik na zijn lijden vond